Workshop: Samen werken aan arbeidscompetenties
Workshopleiders: Peter Boer en Gerrit Koerhuis
In het Praktijkonderwijs en bij Groen wordt gewerkt met een competentiekaart, waar 11 competenties op genoemd staan.
Het zijn werknemersvaardigheden, die je moet leren om een goede werknemer te zijn:
- Samenwerken en overleggen
- Ethisch en integer handelen
- Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
- Instructies en procedures opvolgen
- Formuleren en rapporteren
- Materialen en middelen inzetten
- Omgaan met verandering en aanpassen
- Vakdeskundigheid toepassen
- Leren
- Plannen en organiseren
- Kwaliteit leveren
De bedrijven geven aan dat ze ethisch en integer handelen heel belangrijk vinden. Daaronder vallen vaardigheden als het accepteren van feedback, betrouwbaar zijn, afspraken nakomen, netjes gedragen, zorgvuldig met andermans spullen omgaan, respectvol zijn naar anderen, op tijd komen en afbellen bij ziekte. Voor bedrijven zijn dit basisvaardigheden die nodig zijn om aan de andere competenties te kunnen werken.
Tijdens de workshop is geprobeerd om de competenties te waarderen op belangrijkheid. Dan blijkt dat het best veel uitmaakt vanuit welke vakrichting gekeken wordt. Vakgerichtheid kun je leren, als je maar bereid bent om het vak te leren. Gemotiveerde leerlingen daar hebben ze in het bedrijfsleven het meeste aan. Het bedrijf steekt er graag tijd en energie in, om er een goede vakman van te maken.
De deelnemers aan deze workshop gaven aan dat dit ontwikkelingen zijn waar nog veel over doorgepraat kan worden. De workshop had wat hen betreft langer mogen duren.
Andere reacties van deelnemers:
- Het bedrijfsleven heeft behoefte hebben aan mensen die met hun handen willen werken.
- De contacten met scholen zijn goed. Maar hoe zorg je dat leerlingen ook binnen komen op het bedrijf? Een ondernemer geeft aan dat hij stagiairs mist.
- Geef leerlingen extra hulp en begeleiding, aldus een jobcoach.
- Inspireer de leerlingen, blijf ze motiveren, laat ze in stapjes groeien.
- Nieuwe competentie: “Kom met initiatieven en breng ideeën in”.
- Maak leerlingen enthousiast voor de wereld om hen heen.